De uitdrukking staaksgewijs in art. 4:12 lid 2 BW (WPNR 2013/6961)
11-02-2013 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. W. Breemhaar
Art. 4:12 lid 2 BW bepaalt dat zij die bij plaatsvervulling erven, staaksgewijs worden geroepen tot het erfdeel van degene wiens plaats zij vervullen. De bepaling sluit aan bij die van art. 4:10 lid 2 BW. Volgens deze bepaling worden de afstammelingen van een kind, broer, zuster, grootouder of overgrootouder van de erflater bij plaatsvervulling geroepen. Laatstbedoelde personen behoren zelf tot de personen die – met inachtneming van de in art. 4:10 lid 1 BW bedoelde volgorde – uit eigen hoofde als erfgenaam opkomen. Raadpleging van de handboeken leert dat deze in het algemeen ten aanzien van de uitdrukking ‘staaksgewijs’ betrekkelijk summier zijn. Voor de auteur derhalve voldoende reden om de betekenis ervan toe te lichten.
Naar literatuur overzicht